Elche:
Op 23 kilometer afstand van Alicante ligt de Spaanse kuststad Elche (of Elx in het Valenciaans). Buiten Valencia zelf, is Elche met zijn 234.765 inwoners de grootste stad in de regio Valencia. In de tiende eeuw vestigden de Arabieren de stad. Toen zij haar van de grond opbouwden, omgaven ze hun droombeeld van beschaving met palmbomen. Deze bomen staan nog steeds volop in het centrum en mogen dan ook absoluut niet worden omgehakt. De stad Elche heeft hierdoor een exotisch karakter. Ook legden de Arabieren een irrigatiesysteem aan om dadelbomen te laten groeien, dit is één van de weinige voorbeelden van Arabierse landbouw binnen Europa.
Palmeral is waarschijnlijk de grootste trekpleister in het centrum van Elche.
Palmeral is de naam die men aan de verzameling dadelpalmen van de stad Elche heeft gegeven. Het is de grootste collectie palmbomen van Europa. Hun aanwezigheid hier is een overblijfsel van het Arabische erfgoed en het resultaat van een uniek irrigatiesysteem. Het maakt de plek bijzonder genoeg om opgenomen te worden in de Werelderfgoedlijst van UNESCO.

Torrevieja:
Als kuststad staat Torrevieja vooral bekend om zon, zee en strand met resorts en strandpromenades als decor. Toch valt hier ook heel wat te beleven voor niet-zonnekloppers! Het oorspronkelijke zoutmijn- en vissersdorp is vandaag de dag namelijk geëvolueerd tot een echte toeristische hotspot.
Las Salinas of de zoutmeren van Torrevieja zijn een betoverende must-see. Wanneer je de meren bezoekt, krijg je een surreële ervaring, omdat het water er roze is. Door het enorme zoutgehalte in het water blijf je hier ook drijven, wat heel bijzonder is om mee te maken. De modder van het meer schijnt een geneeskrachtige werking te hebben, maar laat je hier toch vooral betoveren door de fantastische kleuren: het roze dat overgaat in blauw, het contrast met het zand… Een échte droomplek.

Cartagena:
Iedereen kent Benidorm, Alicante, Valencia... maar bij de naam Cartagena zie je veel wenkbrauwen fronsen. Toch is het Spaanse Cartagena een bijzondere stad die op z’n minst een daguitstap verdient! De stad heeft een rijke geschiedenis en daarbij een boeiend heden. De laatste jaren heeft de stad veel moeite gedaan om het vervallen centrum volledig te renoveren en op te waarderen, met succes. Er is een ongelofelijk aantal musea, voornamelijk over Romeinse artefacten en ruïnes en de laatste verdedigingsmuur staat nog voor bijna de helft rondom het stadje. Samen met de kleine, maar steile heuveltjes in het centrum wordt Cartagena een bijzonder unieke Spaanse stad.

Het Eiland van Tabarca Torrevieja:
Als je helemaal te vinden bent voor een te gek bootreisje, dan moet je vast en zeker het (piraten)eiland van Tabarca bezoeken.
De Puerto Deportivo Marina Internacional haven heeft plaats voor kleine boten en jachten. Daar kan je een excursie boeken naar het nabije eiland van Tabarca. En als we je een kleine tip mogen geven: de catamaran met glazen bodem is een echte aanrader.
Het eiland is bereikbaar vanuit Torrevieja (1u met de boot) of Santa Paola (20min met de boot). Vergeet vooral je snorkel niet!

Guardamar:
Guardamar is een stad gelegen tussen Alicante en Torrevieja.
Bovendien maakt het deel uit van het zonnige Costa Blanca.
Dus, Guardamar ligt bij de azuurblauwe Middellandse Zee en is bekend voor zijn mooie brede stranden en prachtige duinen.
Maar Guardamar is ook gekend als “Guardamar del Segura“.
Waarom?
Omdat het immers gelegen is aan de monding van de rivier “La Segura”. Ook heeft deze rivier een groot stuk van de geschiedenis van de stad bepaalt.
In het verleden was de stad reeds gekend bij de Grieken, later bij de Romeinen. Ook de Moren of Arabieren hadden hier een nederzetting.
In het bijzonder in het archeologisch museum van Guardamar krijg je meer uitleg over die verschillende periodes .

Les fonts de l'Algar:
Je bent geen fan van het strand. Al het zand tussen je tenen vind je maar niets. Maar je houdt wel van een frisse duik midden in een prachtig stukje natuur? Dan is een uitstap naar het beschermde natuurgebied les Fonts de l’Algar of Fuentes d’Algar de moeite waard.
Les Fonts de l’Algar wordt commercieel uitgebaat en zijn tegen betaling toegankelijk voor het publiek. Het voordeel hiervan is dat aan de voet van de watervallen verschillende parkeerplaatsen voorzien zijn. Dichter bij de ingang bevinden zich ook een cafetaria, souvenirwinkel en toiletten voor als de nood het hoogst is. Eenmaal je de ingang voorbij bent, kan je via houten trappen en een aangegeven pad van de ene waterval naar de andere wandelen over een lengte van ongeveer 1,5 km. Hier en daar werden houten leuningen aangebracht die je een stevige houvast geven. Dit is geen overbodige luxe aangezien de paden best glad kunnen zijn.
Bij les Fonts de l’Algar borrelt het water vanuit verschillende bronnen uit het kalkgesteente omhoog. Het kristalheldere water vormt een kleine bergrivier die zich via watervallen en kleine meertjes een weg naar beneden baant. Langs de oevers bevinden zich schaduwrijke plekjes, leuke plaatsen om te zonnebaden en een grote verscheidenheid aan bloemen en planten. Hoe warm het ook is, hier vind je altijd verkoeling. Het bronwater heeft het hele jaar door een temperatuur van 17 à 18 graden. Durf jij een duik nemen in dit koude en verfrissende water? Wandelschoenen of beter nog waterschoenen zijn aan te raden. De ondergrond in en rond het water bestaat uit rotsen en kan best ruw zijn.
Les Fonts de l’Algar zijn niet alleen populair bij de toeristen. Ook de Spanjaarden komen hier verkoeling zoeken. Wanneer je naar les Fonts de l’Algar komt om in alle rust op een ontspannen manier te genieten van de oh zo mooie natuur en het verkoelende water kom je best in het voor- of najaar. Heb je niet de mogelijkheid om in het voor- of najaar les Fonts de l’Algar te bezoeken, zorg dan dat je zo vroeg mogelijk aanwezig bent. Tijdens de zomermaanden juli en augustus is deze plaats heel druk bezocht.
